overgang van vloeibare in dampvormige toestand; vindt bij elke temperatuur plaats en treedt alleen aan het oppervlak op. Hoe groter het oppervlak van het organisme hoe sterker de verdamping.
Gaat gepaard met opname van warmte (verdampingswarmte). Wordt bij planten gemeten met potometer, die de wateropname van een afgesneden tak per tijdseenheid registreert. Verdamping bij planten: cuticulaire en stomataire verdamping, ➝ transpiratie.