Biologische encyclopedie

G. Th. van Kempen (1974)

Gepubliceerd op 03-04-2020

resusfactor

betekenis & definitie

(R.factor), antigeen, in 1940 aangetoond door Landsteiner en Wiener; in rode bloedlichaampjes van een apesoort Macaca rhesus. Wordt bloed van dit aapje ingespoten in een konijn dan wordt er een anti-resusserum verkregen.

Kan agglutineren met menselijk bloed. Dit antigeen (agglutinogeen) komt voor in de rode bloedcellen van 85% van de mensen, die geen resus-antistof hebben (R-positief). Niet bij 15%, deze zijn R-negatief. Ze kunnen wel antistoffen maken als er R-positief bloed in hun lichaam komt. Daarom van invloed bij bloedtransfusie. Een tweede transfusie met R-positief bloed kan gevaarlijk zijn. Draagt een R-negatieve moeder een R-positief kind, dan vormt zij hiertegen antistoffen die via de placenta in het foetale bloed komen en afbraak van bloedcellen (hemolyse) van het kind veroorzaken.

Bij een derde kind dient meestal direct na de geboorte al het bloed van het kind verwisseld te worden (wisseltransfusie) daar anders levensgevaar optreedt. De immunisatie van de resus-negatieve moeder met resuspositieve bloedcellen wordt voorkomen door inspuiting met resus-antistoffen na de eerste en volgende bevallingen. Daar de antistoffen reageren met de resus-positieve bloedcellen van het kind wordt antistofvorming door de moeder voorkomen.

< >