Mozes (profeten), Luk. 16: 29.
- Zij hebben Mozes.
- Zij hebben Mozes en de profeten.
Deze uitdrukkingen geven oorspronkelijk te kennen: zij hebben al wat tot hunne zaligheid noodig is. Spottenderwijze wordt dit op stoffelijk gebied overgebracht, en zoo gebruikt om aanteduiden dat iemand alles heeft wat hij maar noodig heeft, nl. al wat hij maar wenschen kan anders gezegd geld. De uitdrukking daar zit Mozes, heeft ook dezelfde beteekenis daar is geld, maar zinspeelt waarschijnlijk op de kinderen Israëls als handeldrijvende en geldlievende natie.