Bijbelse spreekwoorden

C.F. Zeeman (1888)

Gepubliceerd op 12-03-2025

Mozes wist niet dat Aäron een kalf gemaakt had

betekenis & definitie

Mozes (kalf), Ex. 32: 19 en 21.

Harrebomée II. LXV vertelt naar aanleiding dezer woorden eene geestigheid van onzen Johan De Wit. Bij de jaarlijksche bijbelvisitatiën was hij als gecommitteerde der Staten aanwezig: die visitatiën werden met een maaltijd besloten in het logement De Burg, te Leiden; de Raadpensionaris, vermoeid van al het feestgedruisch, ging zich in den zoogenoemden Doolhof eens vertreden en zag toen door een der kijkgaten dat een der geestelijke heeren anders gezegd der predikanten, het genotene nog eens namat, zooals Harrebomée het euphemistisch uitdrukt, waarvoor anders het woord kalveren gebruikt wordt. Een oogenblik later klom de Raadpensionaris den Doolhof weer af en kwam, naar beneden gaande, juist den gemelden predikant tegen, die, nog in opgewekten toestand verkeerende, hem opwachtte en omhelsde met de verklaring, die op hunne burgerlijke en geestelijke waardigheid doelde: zoo omhelsde Mozes Aäron, toen hij van den berg kwam, waarop de Wit, zinspelende op hetgeen hij een oogenblik te voren gezien had, antwoordde: maar Mozes wist toen nog niet dat Aäron een kalf gemaakt had. Deze geestigheid, zoo geheel in den trant onzer voorouders, een merkwaardig blijk van hunne rijkelijke maaltijden, de onderlinge verhouding hunner burgerlijke en kerkelijke overheden en de bijbelkennis ook der eersten, bleef in de heugenis der tijdgenooten bewaard en ging over tot het nageslacht.

< >