(Giet).
Letterlijk komt dit spreekwoord in den Bijbel niet voor; hij die het vormde is niet vrij te pleiten van valsch vernuft. Geen Israëliet zou van een gebroken vat in gunstigen zin gesproken hebben, noch de beeldspraak zoo ver hebben gedreven. Maar het zalven met olie is eene bijbelsche vergelijking voor betooning der goddelijke barmhartigheid vgl. het woord zalven van God gebruikt Jeremia 8: 22. Bovendien Ps. 34: 19 wordt verklaard dat de Heer de gebrokenen van harte nabij is, en zich ontfermt over de verdrukten. Beide spreekwijzen nu hebben wellicht tot de formeering van dit spreekwoord aanleiding gegeven. De beteekenis is waarschijnlijk: God ontfermt zich alleen over diegenen die zich voor Hem verootmoedigen.
