Gerechtigheid, Spreuk 14: 34.
Deze spreuk welke Spr. 14: 34 voorkomt, is ook onder ons tot een spreekwoord geworden; zij drukt het denkbeeld uit, gelijk uit het tweede lid: zonde is der natiën schande mede blijkt, dat de beoefening der deugd een volk verheft, tot roem strekt. De spreukdichter denkt daarbij aan bewaring der wet Gods, derhalve aan godsdienstigheid en ingetogenheid. Aan de uitdrukking verhoogen, verbinden wij van zelf het daarmee verwante denkbeeld van geluk en aanzien onder andere volken. De geschiedenis toont ons de waarheid van dit spreekwoord. Waar de zeden algemeen verbasteren, de publieke eerlijkheid verdwijnt, de lichtzinnigheid en uithuizigheid algemeen toenemen, daar gaat een volk noodwendig te niet, en verbeurt de algemeene achting. Frankrijk vóór de omwenteling van 1789, Spanje in den tegenwoordigen tijd, bewijzen op treurige wijze de waarheid dier stelling. Zie verder over deze spreuk v. d. Palm Salomo III: 290.