Bijbelse spreekwoorden

C.F. Zeeman (1888)

Gepubliceerd op 12-03-2025

De vijand of de verrader slaapt nimmer.

betekenis & definitie

Vijand, Matth. 13: 25, 39. 1 Petr. 5: 8.

Onder den hier voorkomenden vijand of verrader hebben wij den Booze, den duivel te verstaan, die volgens 1 Petr. 5: 8 als een tegenpartijder der menschen rondgaat gelijk een roofdier, een brieschende leeuw, en die volgens Matth. 13: 25, 39 des nachts, als de menschen sliepen, onkruid onder de tarwe zaait. Zoo komt hetgeen in het spreekwoord aangaande de rustelooze werkzaamheid eens verleiders of tegenstanders gezegd wordt, met de door Jezus en de Apostelen gegevene voorstelling overeen; het wordt bij ons of van den Booze of van vijanden in ’t algemeen gezegd.

< >