Zeer kuis meisje.
In de Romeinse Oudheid waren de Vestaalse maagden een zestal, tot maagdelijkheid verplichte priesteressen. Het was hun plicht op het altaar in de tempel van Vesta, de godin van haard en haardvuur, een vuur, het ‘Vestaalse vuur , eeuwigdurend brandend te houden. Jaarlijks werd het vuur op 1 maart vernieuwd. De jonge meisjes, gerekruteerd uit de Romeinse ‘upper ten', hadden naast de tempel hun ambtswoning; een Vestaalse die haar maagdelijkheid schond, kon rekenen op de doodstraf: ze werd levend begraven.
