Bijbelse encyclopedie

Prof. dr. F.W. Grosheide (1950)

Gepubliceerd op 17-04-2025

VERSTROOIING

betekenis & definitie

diaspora, is de naam voor het verschijnsel, dat in latere tijden vele Israëlieten woonden buiten Palestina. De woorden worden gebruikt zowel van het verstrooien als van de verstrooiden.

Men moet onderscheiden tussen een gedwongen en een vrijwillige verstrooiing. God had in de wet Israël met v. bedreigd, wanneer het niet in Zijn wegen wandelen zou, Lev. 26 : 33; Deut. 4 : 27. Die v. is gekomen, toen eerst het tienstammenrijk en daarna ook Juda door de heidenen werd weggevoerd. Daar uit de tien stammen slechts weinigen terugkeerden, kwam daadwerkelijk een groot aantal Israëlieten onder de heidenen te wonen. Van deze Israëlieten is ons echter weinig of niets bekend. Vermoedelijk zijn ze in de heidenen opgegaan. — Daarnaast staat een vrijwillige v. Sinds de dagen van Alexander de Grote hebben zich vele Joden in het heidense land gevestigd, wel in hoofdzaak om handel te drijven. Dit aantal is steeds toegenomen. En in het Rom. rijk vond men, gelijk ook uit het N.T. blijkt, in elke belangrijke stad Joden. Zeer velen woonden in Alexandrië. Deze Joden bleven op zichzelf staan, vermengden zich niet met de heidenen, bleven Joden, hadden hun eigen synagogen en gingen, indien dit hun mogelijk was, van tijd tot tijd naar Jeruzalem om een feest bij te wonen. Zij brachten geld op voor de tempeldienst. En sommiger begeerte om in het H. Land de oude dag door te brengen en daar te worden begraven, ging in vervulling.

< >