De barbier oefende in de Oudheid zijn beroep in de buitenlucht uit, onder de schaduw van een boom. De barbier bond het hoofdhaar hoog op en sneed de haren bij de slapen kort af, of schoor deze.
Voor scheren en haarsnijden benutten de kappers een s. der barbieren, Ezech. 5 : 1, dat we kennen uit Egyptische afbeeldingen.