Wat is de betekenis van zwijgzaam?

2024-04-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

zwijgzaam

zwijgzaam - Bijvoeglijk naamwoord 1. weinig sprekend Na de dood van haar vader is ze erg zwijgzaam geworden. Woordherkomst Afgeleid van zwijgen|zwijg- met het achtervoegsel -zaam.

2024-04-29
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

zwijgzaam

zwijgzaam - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: zwijg-zaam 1. wie niet vaak spreekt of weinig zegt ♢ haar man is nogal een zwijgzaam type Bijvoeglijk naamwoord: zwijg-zaam ... is zwijgzamer dan ... ...

2024-04-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Zwijgzaam

adj. & adv., swijsum, stil, stikum; hij is —, der sit gjin praet by him.

2024-04-29
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Zwijgzaam

bn. (...zamer,-st), veelal zwijgend, zelden sprekend, stil.

2024-04-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

zwijgzaam

bn. (inz. Z.-N. zelden sprekende): de zwijgzame Arabier.

2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

zwijgzaam

bn. en bw. (...zamer, -st) veelal zwijgend stil: een man.

2024-04-29
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-29
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)