Wat is de betekenis van Zweig?

2025-07-17
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Zweig

twijg, tak, telg, spruit; afdeling (v vereniging); er kommt auf keinen grünen Zweig, 't loopt hem nooit mee.

2025-07-17
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Zweig

Arnold, (1887), Duits romanschrijver, verbindt socialist, en Zionist, ethos met scherpe critiek op tijd en mensen; emigreerde naar Palestina. Hoofdwerken: Der Streit umden Sergeanten Grischa, De Vriendt kehrt heim, Das Beil von Wandsbeck. Stefan (1881zelfmoord in Brazilië 1942), Oostenrijks schrijver, wiens romanachtige, zakelijk soms aanvecht...

2025-07-17
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Zweig

1° Arnold, Duitsch romanschrijver van opdringerig pacifistische strekking, volgens de formule der nieuwe zakelijkheid. * 10 Nov. 1887 te Glogau. Voorn. werken: Aufzeichnungen über eine Familie Klopfer (1916); Drei Erzählungen (1920); Streit um den Sergeanten Grischa (1927). 2° Stefan, Oostenrijksch-Duitsch schrijver van Baudelair...

2025-07-17
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Zweig

(tsvaiq) (Stephan) Duits schrijver, ° 1881 te Wenen, ♰ 1942 in Brazilië; schreef gedichten als Die frühen Kränze (1907), novellen als Amok (1923) en essays o.a. Baumeister der Welt (1930).