Wat is de betekenis van zweien?

2024-04-27
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

zweien

zweien - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord zwei

2024-04-27
Historische collectie Nederland

Rijksdienst voor het cultureel erfgoed (2019)

zweien

Haak met aan een zijde een beweegbare arm, die in een sleuf in net dikke deel kan worden geschoven. Ook zijn er metalen zweien met een verschuifbaar blad. Daarvan kan een eindpunt van net dikke deel in een sleuf in net dunne deel schuiven. Het geheel wordt vastgeklemd met een duimschoef op net draaipunt of achter op de dikke arm. Andere naam: zweih...

2024-04-27
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

zweien

in tweeën verdelen; sich zweien, zich paren; ruzie krijgen.

2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Zweien

(heeft gezweid), haaks zetten.

Gerelateerde zoekopdrachten