Wat is de betekenis van ZWEEPEN?

2025-07-16
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

ZWEEPEN

ZWEEPEN, (zweepte, heeft gezweept), met de zweep voortdrijven, slaan; (fig.) met kracht voortdrijven; de wind zweept de baren. ZWEEPING, v. het zweepen.

Gerelateerde zoekopdrachten