Wat is de betekenis van Zwagerschap?

2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Zwagerschap

1. o., vermaagschapping door aanhuwelijking ; hoedanigheid van zwager ; 2. v., (coll.) al de zwagers.

2024-03-29
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Zwagerschap

(tegenwoordig beter genoemd onder gevallen van Aanverwantschap), betrekking tussen de ene echtgenoot en de bloedverwanten van de andere echtgenoot.

2024-03-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

zwagerschap

o. (aanverwantschap nl. de betrekking door aanhuwelijking tussen de[n] ene[n] echtgenoot met de bloedverwanten van de[n] andere[n]).

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-29
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Zwagerschap

➝ Aanverwantschap.