Wat is de betekenis van Zuiging?

2024-04-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Zuiging

s., sûging, lûking, sûg(j)en (it), lûken (it); (van schip), sok (it).

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Zuiging

v., het zuigen; — werking waardoor iets in een stroom meegetrokken wordt, in verschillende eig. of fig. toepassingen: de zuiging van de ebstroom, van een toegetrokken deur, van een bewegende mensenmassa.

2024-04-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

zuiging

v. zuigingen (het zuigen; trek, trekking van de lucht): de zuiging v. h. kielwater, de zuiging v. d. verwarmde lucht in de schoorsteen.

2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

zuiging

('zuiging) v. (–en) het zuigen.

2024-04-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

zuiging

v., het zuigen; werking waardoor iets in een stroom meegetrokken wordt, in verschillende eig. of fig. toepassingen: de van de ebstroom.

2024-04-29
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)