Wat is de betekenis van zolen?

2024-04-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

zolen

zolen - Werkwoord 1. het aanbrengen van een zool onder een schoen Deze schoen moet nog gezoold. zolen - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord zool

2024-04-29
Woordenboekje Nederlandse Jiddisch

H. Beem (1975)

Zolen

betalen, Nieuwhoogduits zahlen.

2024-04-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Zolen

v.; (van schoeisel), soalje, soalle, soalle; (van halve zolen voorzien), ballaepje.

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Zolen

(zoolde, heeft gezoold), (schoenen of laarzen) van (nieuwe) zolen voorzien.

2024-04-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

zolen

zoolde, h. gezoold (van zolen voorzien): een paar schoenen laten zolen.

2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

zolen

('zo:lən) (zoolde, heeft gezoold) van zolen voorzien: schoenen laten -.

2024-04-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

zolen

(zoolde, heeft gezoold), (schoenen of laarzen), van (nieuwe) zolen voorzien.

2024-04-29
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

ZOLEN

ZOLEN, (zoolde, heeft gezoold), zolen onder schoenen of laarzen zetten.