Zoethouder
m.,ZOETHOUDERTJE, o. (-s), wat dient om (een kind of iem. anders) zoet te houden.
Jozef Verschueren (1930)
(’zoet) m. (-s; -tje) 1. Algm. wat dient om zoet, braaf te houden. 2. Inz. zuigdot voor een klein kind.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: