Wat is de betekenis van zoenerig?

2024-04-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

zoenerig

zoenerig - Bijvoeglijk naamwoord 1. geneigd veel te zoenen Wat ben jij zoenerig vandaag, zeg! Woordherkomst Naamwoord van handeling van zoenen met het achtervoegsel -erig

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Zoenerig

bn., gaarne zoenende: zij is nogal zoenerig.

2024-04-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

zoenerig

('zoenərəch) bn. gaarne zoenend.

2024-04-28
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)