Wat is de betekenis van zijpelen?

2025-07-16
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Zijpelen

ZIJPEN, zie SIJPELEN, SIJPEN.

2025-07-16
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

zijpelen

zijpelen - Werkwoord 1. ergatief een proces waarbij een vloeistof zich door de kieren en poriën van een vaste massa heen begeeft Er is veel water door de muur gezijpeld. Woordherkomst (freqtt) zijpen of sijpen met het achtervoegsel -el Synoniemen siepelen, sieperen, sijpere...

2025-07-16
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

zijpelen

enz. = sijpelen enz.

2025-07-16
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

zijpelen

➝ sijpelen.

2025-07-16
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

ZIJPELEN

ZIJPELEN, ZIJPEN, zie SIJPELEN en SIJPEN.

2025-07-16
Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal

I.M. Calisch (1864)

Zijpelen

Zijpelen, *...EN, *...EREN, ow. gel. (ik zijpelde, zijpte of zijperde, heb gezijpeld, gezijpt of gezijperd), langzaam afdruipen, lekken, bij droppels neêrvallen, straalsgewijze doordringen (van vocht); zijpende (leep)oogen. *...ELING, *...ING, *...ERING, v. het lekken. *...GAT, o. (-en), (heelk.) fontanel.

2025-07-16
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

Gerelateerde zoekopdrachten