Wat is de betekenis van zijlings?

2025-07-16
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Zijlings

zie ZIJDELINGS.

2025-07-16
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

zijlings

zijlings - Bijvoeglijk naamwoord 1. van opzij, in de richting van een van beide zijden Het zijlingse zeezicht maakt deze woning zeer gewild. Woordherkomst Afgeleid van zij met het achtervoegsel -lings

2025-07-16
Atletiek- en turnwoordenboek

Jan Luitzen (2008)

zijlings

(bw) TU - positie waarbij de tum(st)er met een zijkant van het lichaam naar het toestel gericht is.

2025-07-16
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

zijlings

= zijdelings.

2025-07-16
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

zijlings

➝ zijdelings.

2025-07-16
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

ZIJLINGS

ZIJLINGS, enz. zie ZIJDELINGS, enz.

2025-07-16
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)