Wat is de betekenis van Zijgang?

2025-07-16
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Zijgang

1. m. (-en), het gaan naar een zijde, op zijde : (fig.) zijgangen gaan, pogingen doen om in het geheim iets te verkrijgen; 2. v. (-en), gang ter zijde, die zich afsplitst van een eerste gang, of die naast iets loopt (in een trein b.v.).

2025-07-16
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

zijgang

1. v. zijgangen (gang ter zijde of aan de zijkant); 2. m. zijgangen (het gaan naar een zijde, op zijde): fig. zijgangen gaan, niet recht door zee.

2025-07-16
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

zijgang

('zij) m. (-en) I. 1. Eig. gang naar een zijde, op zijde. 2. Metf. middel om in 't geheim iets te verkrijgen : -en gaan. II. gang ter zijde of aan de zijkant van een gebouw.

2025-07-16
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

zijgang

m. (-en), 1. gang aan de zijkant; 2. (fig.) zijgangen gaan, pogingen doen om in het geheim iets te verkrijgen.

2025-07-16
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

Gerelateerde zoekopdrachten