Zijbeen
o., (bij paarden) verbening van het kraakbeen bij de hoef.
Veerman (1954)
Verbening der hoefkraakbeenderen (z. Hoef). Meestal lijdt alleen het buitenste hoefkraakbeen der voorhoeven of verbeent dit althans het eerst.Het hoefmechanisme wordt er sterk door belemmerd, waardoor niet alleen de groei van de hoef gestoord kan worden, maar bovendien de kans op kreupelheid wordt vergroot.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
Zijbeen - de verbeening van de hoefkraakbeenderen bij het paard, waardoor een vernauwing van den hoef ontstaat en dikwijls een pijnlijke gang. De ziekte is ongeneeslijk; alleen een doelmatig hoefbeslag kan paarden met dit gebrek bruikbaar houden. Het meest wordt het aangetroffen bij zware paarden, die in de steden op den harden weg arbeiden moeten.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: