Wat is de betekenis van ZIER?

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

zier

zier - Zelfstandignaamwoord 1. geringe hoeveelheid: ik snap er geen zier van Synoniemen snars

2024-04-26
Vloeken lexicon

Prof. dr. P.G.J. van Sterkenburg (1997)

zier

In de 17de eeuw, en uitsluitend in die eeuw, komt de verbinding bij mijn zier voor. Over de identiteit van het woord bestaat geen eenstemmigheid, zegt het wnt. Weinig waarschijnlijk is de verklaring als verbastering van bij mijn ziel. Soms verklaart men de verbinding vanuit het Middelnederlands siere ‘puist, bobbel, aars&...

2024-04-26
Van aalmoes tot zwijntjesjager

Dr. E. Schröder (1980)

zier

zie sikkepit

2024-04-26
Voornamenboek

Dr. Johannes van der Schaar (1964)

Zier

m -> Sier (Scheveningen).

2024-04-26
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Zier

s., sier; geen —, gjin byt, grevel, rabantsje, rabantke, wreid, sprút, spier.

2024-04-26
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Zier

sieraad.

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Zier

v. (-en), oorspr. ben. voor een zeer klein diertje (mijt, klein wormpje); thans alleen fig., meest in de verkleinv. ziertje ter aanduiding van een zeer kleine hoeveelheid of een zeer geringe mate, uiterst weinig, zweempje: een ziertje nieuwsgierigheid (Staring); zonder een ziertje gevoel; ik voel er geen zier voor, niets.

2024-04-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

zier

v. ziertje (fig. zeer kleine hoeveelheid, een weinigje): geef mij een ziertje zout; een ziertje melk; ik geef er geen zier om, volstrekt niets; fig. nog een ziertje geduld, poosje; een ziertje beter; de geen ziertje gevoel, schijntje.

Wil je toegang tot alle 17 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Woordenboek voor praktische kennis

Dr. L.M. Metz (1937)

Zier

Zeer klein insect. In het bijzonder de schurftmijt.