Wat is de betekenis van zielloos?

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

zielloos

zielloos - Bijvoeglijk naamwoord 1. niet langer bezield, dood Zijn zielloze lichaam werd later in het ravijn aangetroffen. 2. zonder innerlijke waarde Woordherkomst Afgeleid van ziel met het achtervoegsel -loos

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Zielloos

bn., geen ziel hebbend, zonder ziel, levenloos : zielloos ligt het lijk ter neder; — (minder eig.) geen blijk gevend van het bezit van een ziel: zielloze schoonheid ; een zielloze blik ; — als bw. w. g. : Natuurze is zielloos lieflijk en reedloos wreed! (De Génestet).

2024-04-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

zielloos

bn. (zonder ziel; dood): het zielloos overschot, lijk.

2024-04-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

zielloos

bn.(..,loze) en bw. zonder ziel, dood: een lijk is het overschot van de mens; de ...loze winternatuur. Syn➝ onbezield.

2024-04-26
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

zielloos

bn., geen ziel hebbend, zonder ziel, levenloos; dood.

2024-04-26
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

ZIELLOOS

ZIELLOOS, bn. zonder ziel, levenloos : zielloos ligt het lijk ter neder.

2024-04-26
Handwoordenboek van Nederlandsche synoniemen

J.V. Hendriks (1898)

Zielloos

zie Onbezield.

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)