zielloos
zielloos - Bijvoeglijk naamwoord 1. niet langer bezield, dood ♢ Zijn zielloze lichaam werd later in het ravijn aangetroffen. 2. zonder innerlijke waarde Woordherkomst Afgeleid van ziel met het achtervoegsel -loos
Wiktionary (2019)
zielloos - Bijvoeglijk naamwoord 1. niet langer bezield, dood ♢ Zijn zielloze lichaam werd later in het ravijn aangetroffen. 2. zonder innerlijke waarde Woordherkomst Afgeleid van ziel met het achtervoegsel -loos
Van Dale Uitgevers (1950)
bn., geen ziel hebbend, zonder ziel, levenloos : zielloos ligt het lijk ter neder; — (minder eig.) geen blijk gevend van het bezit van een ziel: zielloze schoonheid ; een zielloze blik ; — als bw. w. g. : Natuur — ze is zielloos lieflijk en reedloos wreed! (De Génestet).
Jozef Verschueren (1930)
bn.(..,loze) en bw. zonder ziel, dood: een lijk is het overschot van de mens; de ...loze winternatuur. Syn➝ onbezield.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: