Wat is de betekenis van ZIELBRAKEN?

2025-07-15
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Zielbraken

alleen onbep. w. en teg. deelw., (Zuidn.) zieltogen; (oneig.) zich gruwelijk vervelen.

2025-07-15
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

zielbraken

zielbraakte, h. gezielbraakt (Z.-N. gew. zieltogen; fig. zich vervelen).

2025-07-15
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

ZIELBRAKEN

ZIELBRAKEN, (Zuidn.) zieltogen.

Gerelateerde zoekopdrachten