Ziegezagen
(ziegezaagde, heeft geziegezaagd), 1.vervelend krassen op een viool; 2. vervelend praten, temen, zeuren (over iets).
Van Dale Uitgevers (1950)
(ziegezaagde, heeft geziegezaagd), 1.vervelend krassen op een viool; 2. vervelend praten, temen, zeuren (over iets).
Wiktionary (2019)
ziegezagen - Werkwoord 1. (inerg) lallen, tot vervelens toe lelijk zingen ♢ Stemmengeraas uit schor-rauwe kelen raspte door 't herbergske en in een hoek ziegezaagde een metser, nog drie kwart tut van gisteren, een dom zeever-vooiske, dat z'in al de danszalen afgedraaid hadden, met de laatste kermis.<...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Jozef Verschueren (1930)
(ziegezaagde, heeft geziegezaagd) [Redupl. van zagen] 1. op een viool krassen. 2. vervelend praten, zaniken, zeuren: lig daar niet langer over te -.
J.H. van Dale (1898)
ZIEGEZAGEN, (ziegezaagde, heeft geziegezaagd), vervelend krassen op eene viool; (fig.) vervelend praten, temen, zeuren.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: