Wat is de betekenis van zevental?

2024-04-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

zevental

zevental - Zelfstandignaamwoord 1. welgeteld zeven Er is een zevental stammen in die streek. 2. een groep van zeven In waterpolo wordt er met een zevental gespeeld. Woordherkomst samenstelling van zeven en tal

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Zevental

o. (-len), zeven stuks, voorwerpen of personen, zeven bij elkander: een zevental ruiters, dat vlak op hem aanreed ; een zevental weken bleef hij weg.

2024-04-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

zevental

o. zeventallen: een zevental guldens; na een zevental dagen.

2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

zevental

o. (-len) zeven personen of dingen bij elkaar: wij waren een -; een boeken; na een weken.

2024-04-29
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)