Wat is de betekenis van zetschipper?

2025-07-17
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Zetschipper

m. (-s), zetbaas op een schip ; hij is zetschipper, hij is tijdelijk met de zaak belast .

2025-07-17
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

zetschipper

zetschipper - Zelfstandignaamwoord 1. (scheepvaart) zetbaas op een schip Woordherkomst samenstelling van zet(werkwoord) en schipper Verwante begrippen zetboer

2025-07-17
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

zetschipper

m. zetschippers: hij is maar loonschipper, het schip behoort een ander.

2025-07-17
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

zetschipper

m. (-s) schipper die een schip in huur heeft. Syn. loonschipper.

2025-07-17
Zeemans woordenboek

Jacob van Lennep (1865)

Zetschipper

z.n.m. - Persoon, die aangesteld wordt om een Schipper tijdelijk te vervangen. Spreekwijze: Hy is zetschipper (hy is tijdelijk met de zaak belast).

2025-07-17
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)