Wat is de betekenis van zenuwziek?

2024-04-27
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

zenuwziek

(1920) (euf.) waanzinnig, krankzinnig, gek. • Talrijk zijn ook de nieuwe eufemismen voor het te hard klinkende waanzinnig of krankzinnig: zenuwziek, abnormaal, niet goed bij 't hoofd, bij 't verstand, getroubleerd, niet compos mentis, gekrenkt in zijn vermogens enz. (De Nieuwe Taalgids. Jaargang 14. 1920)

2024-04-27
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

zenuwziek

zenuwziek - Bijvoeglijk naamwoord 1. (psychologie) lijdend aan een zenuwziekte (waarmee veelal eerder een psychisch probleem wordt bedoeld) Woordherkomst samenstelling van zenuw en ziek

2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Zenuwziek

bn., lijdende aan zenuwziekte.

2024-04-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

zenuwziek

bn. (lijdende aan zenuwziekte).

2024-04-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

zenuwziek

bn. lijdend aan zenuwziekte.

2024-04-27
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)