zeis
zeis - Zelfstandignaamwoord 1. (landbouw) (gereedschap) landbouwwerktuig (maaiwerktuig) bestaande uit een lang gebogen mes dat bevestigd is aan een steel met twee handvatten, dienende om lang gras of graan te maaien
Wiktionary (2019)
zeis - Zelfstandignaamwoord 1. (landbouw) (gereedschap) landbouwwerktuig (maaiwerktuig) bestaande uit een lang gebogen mes dat bevestigd is aan een steel met twee handvatten, dienende om lang gras of graan te maaien
H.L.Kok (2002)
De zeis is het attribuut van de dood, die de grote maaier wordt genoemd. 'Alle vlees is gras', Jesaja 40:6.. In de Middeleeuwen werd de dood afgebeeld als skelet met in de rechterhand een zeis en in de linkerhand een zandloper. De zeis symboliseert de onverbiddelijkheid van de dood. De zeis wordt vaak verwerkt in kerkhofpoorten, vaak dubbel, met in...
Fink (1998)
Degene die in een droom aan het werk is met een zeis, wil iets wat al lang afgehandeld had moeten worden in het reine brengen. Wanneer anderen met een zeis bezig zijn, dan betekent dit dat onze medemensen ons het liefst een kopje kleiner zouden willen maken, omdat we met onze neus in de lucht lopen, dat wil zeggen dat we ons te arrogant gedragen.
Getty Research Institute (1990)
zeis - Werktuigen die worden gebruikt om gras, graan of andere gewassen te maaien, samengesteld uit een lang gebogen blad dat onder een hoek is bevestigd aan een lange steel.
drs. L.A. Beeloo (1981)
het werktuig van de boer om gras of graan te maaien. De kleinere vorm heet sikkel. De zeis is bij ons grotendeels door de maaimachine verdrongen.
Veerman (1954)
Handwerktuig voor het maaien van gras en graan. Een z. bestaat uit een lang, iets gebogen, spits toelopend, plat mes met een lange steel, die er haaks aan is bevestigd. Aan de steel zitten 2 dwars geplaatste handvatten. Met een z. wordt trekkend in licht gebogen houding gemaaid. Onder aan de steel zit bij het maaien van gras een rond gebogen ijzer,...
Fa. A.J. Osinga (1952)
s., seine; (om kanten van sloten en greppels glad af te snijden), snijseine; vlak van de —, fluorring; stok van de —, snij-, seinestôk.
Van Dale Uitgevers (1950)
v. (-en), werktuig bestaande uit een lang, boogvormig gekromd, puntig toelopend mes, aan de binnenzijde scherp, aan een lange stok bevestigd, om daarmee gras en koren te maaien : de rug, de snede, de kruk van een zeis ; een zeis haren, scherpen ; (spr.) zijn zeis in eens anders koren slaan, zich in de werkzaamheden van een ande...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: