Wat is de betekenis van ZEILAGE?

2024-04-30
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Zeilage

vaart van een schip (vero.); geheel van zeilen (vero.)

2024-04-30
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Zeilage

v., (vero.) 1. al de zeilen; 2. vaart, loop van een schip ; dat schip is op zeilage gebouwd, om een snelle vaart te lopen.

2024-04-30
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

zeilage

v. (al de zeilen; ook: vaart, loop van een schip), (g = zj).

2024-04-30
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

zeilage

v. Veroud. 1. Eig. gezamenlijke zeilen. 2. Metn. snelle loop, vaart van een schip: dat schip is op gebouwd, om snel te varen.

2024-04-30
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

ZEILAGE

ZEILAGE, v. de zeilen; vaart, loop van een schip; dat schip is op zeilage gebouwd, om eene snelle vaart te loopen.

Gerelateerde zoekopdrachten