zeiker
(1984) (plat) mannelijk geslachtsdeel. Zie ook: zeikerdje*. • (H. Mullebrouck: Vlaamse volkstaal. 1984) • Veel Limburgse woorden voor ‘penis’ zijn metaforen, gebaseerd op een overeenkomst in de vorm: knuppel, lat, staart, fluit, frietje, trompet, geweer... Sommige varianten verwijzen naar het gebruik van de penis: pisser, pla...