Zeever
Speeksel. Zeeveren: kwijlen. In Gelderland, Brabant en Zeeland wordt het woord nog algemeen gebruikt: De zuigeling zeevert.
Dr. L.M. Metz (1937)
Speeksel. Zeeveren: kwijlen. In Gelderland, Brabant en Zeeland wordt het woord nog algemeen gebruikt: De zuigeling zeevert.
J.H. van Dale (1898)
ZEEVER, v. speeksel dat onwillekeurig uit den mond vloeit, kwijl: de zeever liep hem uit den mond.
I.M. Calisch (1864)
Zeever, v. gmv. kwijl, speeksel. *-AAR, m. (-s), *-BAARD, m. (-en), *-AARSTER, v. (-s), die zeevert of kwijlt. *-DOEK, m. (-en), slab, slabbetje. *-EN, ow. gel. (ik zeeverde, heb gezeeverd), kwijlen. *-ZAAD, o. zek. plant.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: