Wat is de betekenis van ZEEVER?

2024-04-30
Woordenboek voor praktische kennis

Dr. L.M. Metz (1937)

Zeever

Speeksel. Zeeveren: kwijlen. In Gelderland, Brabant en Zeeland wordt het woord nog algemeen gebruikt: De zuigeling zeevert.

2024-04-30
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

zeever

zeever - v., speeksel.

2024-04-30
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

ZEEVER

ZEEVER, v. speeksel dat onwillekeurig uit den mond vloeit, kwijl: de zeever liep hem uit den mond.

2024-04-30
Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal

I.M. Calisch (1864)

Zeever

Zeever, v. gmv. kwijl, speeksel. *-AAR, m. (-s), *-BAARD, m. (-en), *-AARSTER, v. (-s), die zeevert of kwijlt. *-DOEK, m. (-en), slab, slabbetje. *-EN, ow. gel. (ik zeeverde, heb gezeeverd), kwijlen. *-ZAAD, o. zek. plant.