Zeeprik
v. (-ken), soort van prik (Petromyzon marinus) die in de Noordzee aangetroffen wordt, lamprei of bonte negenoog.
Van Dale Uitgevers (1950)
v. (-ken), soort van prik (Petromyzon marinus) die in de Noordzee aangetroffen wordt, lamprei of bonte negenoog.
Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)
parasitaire, kaakloze zeevis. smalle, langgerekte, kaakloze vis die in zee leeft; prik, prikvis of lamprei die in zee voorkomt; zeelamprei. Voorbeelden: Eind juni werd door een beroepsvisser in de Nieuwkoopse Plassen een vreemde vis in een fuik gevangen. Hij belde boswachter John Pietersen, die er een zeeprik in herkende. http://w...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
Zeeprik - Petromyzon marinus, visch uit de familie der Prikvisschen (Petromyzontidae), lichaam lang gestrekt, bijna rolrond met schuin afloopenden ronden zuigsnuit, waarin onder de mondopening een sikkelvormige hoornplaat met 7—8 spitse tanden en overigens aan de geheele binnenzijde verspreid een groot aantal hoorntanden gevonden worden. De beide r...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: