Wat is de betekenis van zeepier?

2024-04-27
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

zeepier

worm die in zeezand leeft. rode zeeworm die leeft in een gang in een zandige, bij eb droogvallende bodem. Voorbeelden: De zeepier Arenicola marina komt veel voor op platen en slikken in het marine getijde gebied. Ze graven lange gangen in het slibrijke zandige sediment, waarin ze foerageren op organische stoffen. Ze kunnen tot ruim e...

2024-04-27
Encyclopedie van Zeeland

Kon. Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen (1982)

ZEEPIER

Met zeepier wordt meestal een in het slik ingegraven borstelworm (Arenicola marina), bedoeld. Het dier kan tot 15 ä 20 cm lang worden en heeft, in tegenstelling tot sommige andere borstelwormen, een typische wormvormige gedaante. De borstels zijn met het blote oog niet duidelijk zichtbaar. Bekend

2024-04-27
ABC van de Hengelsport

Van Onck (1972)

Zeepier

Zeepier - (zie Aas).

2024-04-27
Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

ZEEPIER

Gewone Z. een ca. 20 cm lange ringworm. Veel op slikplaten in Waddenzee. De uitwerpselenhoopjes horen bij het wad bij eb. Z. als aas gebruikt voor de vangst van bot aan lijnen.

2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Zeepier

v. (-en), soort van borstelworm (Arenicola marina of piscatorum), die, al vretende, gangen in het zand boort en veel als schelvisaas gebruikt wordt.

2024-04-27
Inheemse dieren

Gedigitaliseerd Ensie (1950)

Zeepier

(Arenicola marina, klasse Borstelwormen) Uitstulpbare graafsnuit. Kleine, gepaarde en van borstels voorziene parapodiën voor aan het lichaam. Halverwege het lichaam 13 paar roodachtige waaiervormige kieuwen, die de zuurstofvoorziening verzorgen. Achterlijf duidelijk slanker. Donkergroen tot bruin. Tot 25 cm. Zeer algemeen in getijdenzone en di...

2024-04-27
Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Zeepier

Arenicola piscatorum, piervormig zeedier aan onze kusten.

2024-04-27
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Zeepier

(Arenicola marina), soort van veelborsteligen worm, die leeft op zandige kusten van Noordzee, Middell. Zee en Atl. Oceaan. De z. voedt zich met slikrijk zand, waarin zij gangen graaft. De dieren worden tot 3 dm lang; vaak worden ze als aas voor schelvisch gebruikt. M. Bruna.

Wil je toegang tot alle 13 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

zeepier

v. (-en) piervormig zeedier, ook aan onze kusten (Arenicola piscatorum).