Wat is de betekenis van zanglijster?

2024-04-29
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

zanglijster

kleine lijster die veel zingt. kleine lijster die veelvuldig en vol en luid zingt en een effen, donkerbruine of olijfbruine, rug heeft. Voorbeelden: Daar staan typisch 'Nederlandse' vogels op, zoals de kievit en de grutto, maar ook zangvogels zoals de zanglijster, de merel en de huismus. NRC, 2002 Een zanglijster re...

2024-04-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

zanglijster

zanglijster - Zelfstandignaamwoord 1. (vogels) Turdus philomelos, een lijstersoort die algemeen is in Nederland en Vlaanderen De zanglijster is wat kleiner dan de grote lijster. Woordherkomst samenstelling van zang en lijster

2024-04-29
Vogelgids van Vogelbescherming Nederland

Vogelbescherming Nederland 2009)

Zanglijster

De zanglijster is een algemene broedvogel in tuinen, parken en bossen. Een bekende eigenschap van de zanglijster is het stukslaan van slakkenhuisjes op stenen en tegels, maar ook takken, zodat zij bij het vlees kunnen komen. De zanglijster zingt uitbundig, met gevarieerde strofen maar met een kenmerkende herhaling van meestal driemaal hetzelfde gel...

2024-04-29
Verklarend en etymologisch woordenboek van de Nederlandse vogelnamen

Klaas J. Eigenhuis (2004)

Zanglijster

Turdus philomelos CLBrehm 1831. Op de Merel na de algemeenst voorkomende Lijstersoort in de Lage Landen. D Singdrossel; E Song Thrush; friese volksnaam Sjonglyster. Al deze namen geven aan dat hij speciaal om zijn uitbundige zang gewaardeerd werd/wordt. Houttuyn 1763 en B&O 1822 noemen deze soort Zing-Lyster, resp. "De Zinglijster". H...

2024-04-29
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

zanglijster

zie lijster.

2024-04-29
Dieren-encyclopedie

Lize Stilma (1961)

Zanglijster

De zanglijster is licht-bruin; de buik is geel met wat donkere vlekjes er door en hij zingt luid, hoog en helder en heeft daar kennelijk plezier in. Maar als je ook zanglijster heet … Overal waar het wat ruig, is hoor je em; in parken, tuinen en de bosrand.

2024-04-29
Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

ZANGLIJSTER

(Fr.: bûnte lyster). Vrij algemene broedvogel, goede zanger (imitator).

2024-04-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Zanglijster

s., sjonglyster; Noord-Europese, Midden-Europese —, bûnte, skiere (k)lyster, oastlyster, oastmantsje (it), grauklyster.

Wil je toegang tot alle 18 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Zanglijster

v. (-s), kleine soort van lijster welker zang op die van de nachtegaal gelijkt (Turdus ericetum).