zalig zijn
Dronken zijn. Vooral gewestelijk nog voorkomend. Rond 1811 voor het eerst in deze betekenis opgetekend. ‘Half zalig’ is half dronken. Een ‘zaligmakertje’ is een volkse benaming voor een borrel. Hij is alle Zondagen zalig. P.J. Cornelissen & J.B. Vervliet: Idioticon van het Antwerpsch dialect.1899-1906 ... daar tracteer je haar op oeste...