zackig
puntig; getand, scherp; pittig; fijn, reuze; eine zackige Linie, een zigzaglijn; ein zackiger Mensch, een pittige kerel; zackig sprechen, scherp geaccentueerd, kortaf spreken.
Dr. H. W. J. Kroes (1951)
puntig; getand, scherp; pittig; fijn, reuze; eine zackige Linie, een zigzaglijn; ein zackiger Mensch, een pittige kerel; zackig sprechen, scherp geaccentueerd, kortaf spreken.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: