Wat is de betekenis van zachtmoedigheid?

2024-04-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

zachtmoedigheid

zachtmoedigheid - Zelfstandignaamwoord 1. de mate van zachtaardig zijn Zijn zachtmoedigheid werd behoorlijk op de proef gesteld. Woordherkomst Afgeleid van zachtmoedig met het achtervoegsel -heid.

2024-04-28
Katholicisme encyclopedie

Prof. dr. J.C. Groot (1955)

ZACHTMOEDIGHEID

is een deugd, die zowel in het O.T. als in het N.T. min of meer op één lijn wordt gesteld met de nederigheid (Eccli. 10 : 14-15; Eph. 4 : 2; Kol. 3 : 12). Zij is daarvan dan ook een noodzakelijke begeleidster. De zachtmoedigheid matigt immers de toorn en de gramschap en houdt deze binnen de vereiste normen. De nederige mens denkt aan...

2024-04-28
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Zachtmoedigheid

s., sêftsinnigens, -moedigens, dimmenens.

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

2024-04-28
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Zachtmoedigheid

(Lat. mansuetudo) is de deugd, welke de gramschap matigt naar den eisch der redelijkheid. In zich is gramschap niet zondig; zij moet echter verdiend zijn, gericht op handhaving van de goede orde, en ons onze zelfbeheersching niet doen verliezen. Daar het dus de taak der z. is, ons deze normen in acht te doen nemen, is zij een deugd, die wij gehoude...