Zacheüs
m Een vergriekste verkorting van Zacharias (Zakkhaios), ook wel in verband gebracht met Aram. zacchai 'rein'. Naam van de tollenaar (Luc. 19,1-10) die in een boom klom om Christus voorbij te zien komen; feestdag: 20 apr. De naam is hier nooit veel in gebruik geweest, hoewel hij in Den Bosch e.o. al in de 15e eeuw voorkwam: Zaetzeus, Zasch...