Wat is de betekenis van ZAADADER?

2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Zaadader

v. (-s, -en), ader welke naar of van de zaad vaten loopt.

2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

ZAADADER

ZAADADER, v. (-s, -en), (ontl.) ader welke naar of van de zaadvaten loopt; ...ADERBREUK, v. (-en), (heelk.) breuk ontstaan uit te groote opeenhooping van het manlijk zaad; ...AKKER, m. (-s), akker met zaad bebouwd, inz. met koolzaad; ...ARTSENIJ, v. (-en), middel ter vermeerdering van het teelvocht; ...BAK, m. (-ken), ...BAKJE, o. (-s), voede...

Gerelateerde zoekopdrachten