Wurm
(-en), 1. m., (eig.) zie WORM; 2. o., (fig.) medelijdende, ook wel enigszins schampere ben. voor een onnozel, onmondig ofwel misdeeld kind: zulke arme wurmen ; het wurm kan nog niet praten.
Van Dale Uitgevers (1950)
(-en), 1. m., (eig.) zie WORM; 2. o., (fig.) medelijdende, ook wel enigszins schampere ben. voor een onnozel, onmondig ofwel misdeeld kind: zulke arme wurmen ; het wurm kan nog niet praten.
Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)
Het begrip wurm heeft 2 verschillende betekenissen: 1) worm. ongewerveld dier met een dun en in verhouding zeer lang week en samentrekbaar lichaam zonder poten, dat meestal slechts enkele millimeters of centimeters groot is en dat zowel in zee, in zoet water als op het land kan worden aangetroffen; worm. 2) klein kind. kind dat nog k...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Marc De Coster (2020-2025)
(19e eeuw) (inf.) klein kind. Vgl. apenkeutel*; dropje* (droppie); flempies*; garnaal*; grommetje*; hipperdeklink*; hokkebrok*; hompie*; keutel*; kriel*; pikkie*; pikkie* noga; pisdiefje*; pukkie*; ukkie*. • ‘Kom,’ zeide zij toen, terugkomende; ‘geef nou dat lieve wurm maer hier!’ en met-een het uit Jennekes handen neme...
Wiktionary (2019)
wurm - Zelfstandignaamwoord 1. (m) (informeel) worm 2. (n) klein kind wurm - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wurmen ♢ Ik wurm 2. gebiedende wijs van wurmen ♢ wurm! 3. (bij inversie) tweede persoon enkelvo...
Muiswerk Educatief (2017)
wurm - zelfstandig naamwoord 1. lang, dun dier met buigzaam lichaam, die na regen uit de groen kruipt ♢ om te kunnen vissen hebben we wurmen nodig 2. onnozel, zielig kind ♢ ach, heeft dat wurm geen warme kler...
Marc de Coster (2007)
onnozel of misdeeld kind. Na bed! Na bed! Ongezeggelijk wurm.. .’t Is elleke dag wat anders met je... (Herman Heijermans, Vuurvlindertje, 1925) Lien keek haar met open mond na. Dan begon ze te lachen. Zo’n onnozel wurm! (A.M. de Jong, Het geslacht Verhagen, 1956)
J. van Donselaar (1936)
(de, -en), (ook:) syn. van worm (1,2 en 3): z.a. Pas op, die wurmen op die boom, die branden (mond.); hier bet. 1. Geef dat net, ik ga die wurm vangen (mond.): hier bet. 3, een sprinkhaan.-Etym.: In veroud. AN bet. 1 en 2. Zie worm. - Samenst. van 1: brandwurm; van 2 wurmenzoeker.
H.J. Terblanche - M.A., D. Litt
ruggraatlose dier met lang, plat of ronde, sametrekbare, gelede liggaam wat kruipend of met behulp van knyppootjies voortbeweeg; ingewandswurm.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: