Wat is de betekenis van WROK?

2025-07-15
Prisma Nederlands Fries

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-15
Prisma Fries Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-15
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-15
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Wrok

m., bitter gevoel in het hart wegens aangedaan leed of onrecht, bep. jegens de veroorzaker daarvan, geneigdheid tot wraak: een (heimelijke) wrok tegen iemand hebben; uit wrok iemand benadelen.

2025-07-15
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

wrok

wrok - Zelfstandignaamwoord 1. blijvend gevoel van onvrede over geleden of vermeend onrecht wrok - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wrokken ♢ Ik wrok 2. gebiedende wijs van wrokken wrok! 3. (bij inversie) tweede perso...

2025-07-15
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

wrok

wrok - zelfstandig naamwoord 1. opgekropt haatgevoel ♢ hij voelde wrok door het onrecht dat hem was aangedaan Zelfstandig naamwoord: wrok de wrok Synoniemen rancune

2025-07-15
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

wrok

bitter haat, nydigheid, nyd; gewrok, haat koester.

2025-07-15
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Wrok

s., wrok; — jegens iemand koesteren, de pik, in pik(je) op immen hawwe; oude —, âld sear (it), oast, angel.

Wil je toegang tot alle 18 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-15
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)