Wat is de betekenis van wriemelen?

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

wriemelen

wriemelen - Werkwoord 1. (inerg) onrustig door elkaar bewegen of doen bewegen Er werd gewroet en gewriemeld maar niets mocht baten. 2. (onpr) ~ van in groten getale door elkaar bewegend aanwezig zijn Het wriemelde er van de insecten.

2024-04-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

wriemelen

wriemelen - regelmatig werkwoord uitspraak: wrie-me-len 1. naar alle kanten door elkaar heen bewegen ♢ de mieren wriemelen in het mierennest 2. met je vingers of iets anders ergens in wroeten ...

2024-04-26
Wielerwoordenboek

Fons Leroy en Wim van Rooy (2010)

wriemelen

wriemelen: gewriemel in het peloton duidt erop dat de renners zenuwachtig worden naar aanleiding van de naderende finale, of doordat via de oortjes wordt doorgegeven dat ze niet ver meer verwijderd zijn van een strook met veel zijwind waar er wel eens waaiers gevormd kunnen worden of dat ze vlak bij een klim zijn. Op zulke momenten wil iedere renne...

2024-04-26
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Wriemelen

v., wrimelje, grim(m)elje, kriele.

2024-04-26
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Wriemelen

(wiemelde, heeft gewriemeld), 1. zich min of meer wingend in allerlei richtingen bewegen zonder zich voel te verplaatsen, krielen, krioelen: door elkaar wriemelende wormen, ledematen-, — met subjectsverwisseling : de zee wriemelt van allerlei schepsels, is er vol van ; 2.het gevoel geven van iets dat zich beweegt als onder 1.,...

2024-04-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

wriemelen

wriemelde, h. gewriemeld (1 door elkaar woelen; 2 jeuken, doordat zich iets op onze huid beweegt): 1. wriemelende mieren; van mieren wriemelen; 2. wat wriemelt mij daar in mijn nek, krieuwelt?

2024-04-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

wriemelen

('vri:mələn) (wriemelde, heeft gewriemeld) [~wemelen] 1. zich door elkaar bewegen, door elkaar woelen, krioelen : -de mieren; het wriemelt hier van mieren. 2. jeuken, kittelen, krieuwelen : daar wriemelt iets in mijn nek.

Wil je toegang tot alle 14 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Wriemelen

wriemelde, heeft gewriemeld), 1. door elkaar bewegen, krielen, krioelen: wriemelende wormen, ledematen; van wormen wriemelen, vol zijn van; 2. jeuken, kittelen: er wriemelt iets op mijn rug; 3. (iets) met moeite ergens (in)brengen, peuteren.