Wat is de betekenis van woonwagen?

2024-04-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

woonwagen

woonwagen - Zelfstandignaamwoord 1. Een woning op wielen. In Nederland verstaat men onder woonwagen meestal het soort woningen op wielen dat door woonwagenbewoners wordt gebruikt. Woordherkomst samenstelling van woon(werkwoord) en wagen

2024-04-29
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

woonwagen

woonwagen - Te gebruiken voor gesloten, niet-gemotoriseerde voertuigen die door dieren worden getrokken als rijdende woningen van bijvoorbeeld zigeuners, ketellappers of reizende kooplieden; gebruik 'campers' voor de gemotoriseerde variant.

2024-04-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Woonwagen

s., wenwein; (van kermisvolk), merkewein.

2024-04-29
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Woonwagen

m. (-s), tot woning ingerichte wagen, inz. kermiswagen.

2024-04-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

woonwagen

m. woonwagens ([kermis]wagen als woning ingericht).

2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

woonwagen

(‘wo:n) m. (-s) (kermis)wagen tot woning ingericht’.

2024-04-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Woonwagen

m. (-s), een als woning ingerichte wagen. In Nederland zijn de voorschriften betreffende inrichting en gebruik van woonwagens en woonschepen vastgelegd in de Wet op de Woonwagens en Woonschepen van 26.7.1918, nadien gewijzigd. Voor het gebruik daarvan als woning is een vergunning nodig van de commissaris van de koningin. De vergunning is slechts ge...

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-29
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)