Wat is de betekenis van Wintertijd?

2024-04-26
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

wintertijd

Het begrip wintertijd heeft 2 verschillende betekenissen: 1) winterseizoen. tijd van de winter; winterseizoen; winter. 2) tijdregeling voor de winter. tijdens de wintermaanden aangehouden tijdregeling, waarbij de klok tegenover de zomertijd een uur terug wordt gezet om beter gebruik te kunnen maken van de uren dat het licht is.

2024-04-26
Ensie Encyclopedie

Redactie Ensie (2022)

Wintertijd

Met de wintertijd worden de klokken in de nacht van zaterdag op de laatste zondag van oktober om 3 uur één uur achteruit gezet, waardoor die dag 25 uur heeft en mensen een uur langer kunnen slapen. Eind maart gaat de zomertijd weer in. De wintertijd wordt de standaardtijd of door sommigen de "echte tijd" genoemd. Er is door...

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

wintertijd

wintertijd - Zelfstandignaamwoord 1. de tijd zoals die geldt in de winter In Nederland is de wintertijd geldig van eind oktober tot en met eind maart. Woordherkomst samenstelling van winter en tijd Verwante begrippen zomertijd

2024-04-26
Internet woordenboek

Ensie (2001)

wintertijd

De datum waarop de klok één uur achteruit wordt gezet. De wintertijd begint zeven maanden na de zomertijd. De zomertijd wordt elk jaar opnieuw door de EU bepaald, maar begint meestal op de laatste zondag van maart.

2024-04-26
Prisma van het weer

Peter Timofeeff (1993)

Wintertijd

Zie: MET

2024-04-26
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Wintertijd

m. (-en), 1. tijd dat het winter is ; 2. het tegengest. van zomertijd.

2024-04-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

wintertijd

m. (tijd, dat het winter is; zonnetijd tegenover zomertijd).

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Wintertijd

niet-officieele benaming v/d burgerlijken tijd i/d winter, in tegenstelling tot → zomertijd.