Wat is de betekenis van Windmaker?

2025-07-16
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Windmaker

m. (-s), 1. werktuig om wind te maken, ten einde iets te drogen, b.v. in een lijmfabriek ; 2. pocher, snoever, opsnijder.

2025-07-16
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

windmaker

grootprater, deftig, swierig.

2025-07-16
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

windmaker

m. windmakers (bij drooginrichtingen: werktuig om wind te maken; fig. druktemaker, pochhans).

2025-07-16
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

windmaker

('wint) m. (-s) 1. [wind, luchtverplaatsing] toestel dat wind maakt om iets te drogen. 2. [wind, drukte] pocher, snoever, druktemaker.

2025-07-16
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Windmaker

m. (-s) (bij drooginrichtingen) werktuig om wind te maken, teneinde iets te drogen.

2025-07-16
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)