Windmaker
m. (-s), 1. werktuig om wind te maken, ten einde iets te drogen, b.v. in een lijmfabriek ; 2. pocher, snoever, opsnijder.
Van Dale Uitgevers (1950)
m. (-s), 1. werktuig om wind te maken, ten einde iets te drogen, b.v. in een lijmfabriek ; 2. pocher, snoever, opsnijder.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
M. J. Koenen's (1937)
m. windmakers (bij drooginrichtingen: werktuig om wind te maken; fig. druktemaker, pochhans).
Jozef Verschueren (1930)
('wint) m. (-s) 1. [wind, luchtverplaatsing] toestel dat wind maakt om iets te drogen. 2. [wind, drukte] pocher, snoever, druktemaker.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: