Wat is de betekenis van Wildheid?

2024-05-01
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Wildheid

s., wyldens.

2024-05-01
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Wildheid

v., 1. het wild-zijn; 2. (...heden),wilde, onbesuisde daad.

2024-05-01
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

wildheid

v. (het wild zijn).

2024-05-01
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

wildheid

v. het wild zijn.

2024-05-01
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-05-01
Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal

I.M. Calisch (1864)

Wildheid

Wildheid, v. gmv. wilde toestand, ruwheid; het onbesuisde, losse (van een kind). *...KOREN, o. gmv. zek. onkruid. *...SCHUT, m. (-ten), -TER, m. (-s), jager. *...STROOPEN, ow. onbevoegd ter jagt gaan, op eens anderen grond jagen, wilddieverij plegen. *...STROOPER, m. (-s), wilddief. *...VANG, m. (-en), vogel op de jagt met eenen strik gevangen;...

Gerelateerde zoekopdrachten