Wat is de betekenis van WIJNAPPEL?

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Wijnappel

m. (-s, -en), grote, rode soort van appel welks vruchtvlees ook min of meer rood gekleurd is.

2024-04-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

wijnappel

m. wijnappels, wijnappelen (appel met roodachtig vruchtvlees).

2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

wijnappel

('wijn) m. (-en, -s) appel met rode schil en rood vruchtvlees.

2024-04-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Wijnappel

m. (-en, -s), grote, rode soort appel waarvan het vruchtvlees ook min of meer roodgekleurd is.

2024-04-29
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

WIJNAPPEL

WIJNAPPEL, m. (-s, -en), eene soort van grooten rooden appel; ...AZIJN, m. azijn uit wijn bereid ; ...BAK, m. (-ken), persbak voor druiven ; wijnkuip ; ...BAN, m. (leenst.) de afkondiging van den dag, waarop de onderhoorigen van een heer met den verkoop van hun wijn mochten beginnen, banvin, ban à vin; ...BEKER, m. (-s); ...BELASTING, v....